Na de grote hiel is het tijd voor de kleine hiel. Deze wordt ook weer over dezelfde 30 steken van de grote hiel gebreid. In feite verdeel je de hiel nu in 3 stukjes van 10 steken. Je begint in het midden te breien en neemt er bij elke pen een steek bij van de zijkanten. Tegelijkertijd minder je ook een steek. Klinkt ingewikkeld, maar als je het gaat doen zal je zien wat er gebeurt. De hiel krijgt nu vorm.
Ik brei als volgt:
naald 1: 1ra, 16av, 2avs, 1 av. En nu het werk keren. Er blijven 10 steken staan die je nu niet breit.
2avs betekent 2 steken averecht samenbreien.
1ra betekent 1 steek recht afhalen.
Dat ziet er dan zo uit.
naald 2: 1ra, 5r. aro, 1r, keer (aro = 1r afhalen, 1r, afgehaalde steek overhalen)
naald 3: 1ra, 6av. 2avs, 1av, keer
naald 4: 1ra, 7r. aro, 1r, keer
naald 5: 1ra, 8av. 2avs, 1av, keer
naald 6: 1ra, 9r. aro, 1r, keer
naald 7: 1ra, 10av. 2avs, 1av, keer
naald 8: 1ra, 11r. aro, 1r, keer
naald 9: 1ra, 12av. 2avs, 1av, keer
naald 10: 1ra, 13r. aro, 1r, keer
naald 11: 1ra, 14av. 2avs, 1av, keer
naald 12: 1ra, 15r. aro, 1r
Je hebt nu 18 steken op je werk en je bent geëindigd met een rechte naald. Je werk zou er uit moeten zien zoals hieronder. Dit wordt de kleine hiel genoemd, of hielkapje. Zie je dat de middelste steken het vaakst gebreid zijn en de steken helemaal aan de zijkant maar één keer. Zo krijgt de hiel een gebogen vorm.
Als je je sok op zijn rug legt ziet het er uit zoals hieronder.
Tijd voor de hielspie. Tot morgen!
Marie-Louise
Wil je ook sokken breien? Hier heb ik de hele uitleg op een rijtje gezet: